Eind vorig jaar overleed icoon Jules Deelder. De man in het zwart, de eeuwige nachtburgemeester, de dichter, de muziekmaker, de muziekkenner, de man met de rappe tong en zoveel meer. Voor een in memoriam is het te laat. Voor een herinnering niet.

Jaren geleden. Feestweek op de Rotterdamse school waar ik zat. Gastcollege’s en workshops overal. Deelder trad op in de kantine. Afgeladen vol. Iedereen kwam kijken. Backstage, wat weinig voorstelde, was afgesloten. Bordje: “ook voor leraren!”. Ik kreeg per toeval 10 minuten van zijn weergaloosheid mee. Ze staan in mijn geheugen gegrift.

Jaren later. De man is dood. Bibliotheken herdenken hem door zijn werk in de spotlights te zetten. Terugdenkend aan dat ene optreden neem ik een luisterboek mee. Digitaliseren en mee naar de sportschool. Tijdens het fietsen zet ik een verhaal op. In helder rap tempo, haast zonder punten en komma’s in zijn spraak met Rotterdamse tongval hoor ik een verhaal over lang vergeten artiesten, hun muziek, de oorsprong ervan, verzamelen en het vinden van een schat. Het einde is al snel voorspelbaar, maar even ben ik weer terug op school. Het is magisch.

Jules Deelder is dood. Leve Jules Deelder.