Dit jaar vier ik verschillende jubilea. In een aantal artikelen wil ik jullie daar gedurende het jaar eens in meenemen, want het zijn prachtige reizen geweest. Deze keer deel 1: de bioscooppas.

Onlangs kreeg ik een email van een bioscoopketen. Of ik wist dat ik al 10 jaar lid was van hen. En of. Al vorig jaar besefte ik hoe de tijd vloog en dat het misschien eens tijd werd een boek te schrijven. Zo’n boek bleek toen echter al te bestaan (Een jaar in het donker – Gerard Hormann), zij het over slechts één jaar. Een aanzet tot een boek is er nog steeds niet, maar met dit stuk kan ik een aanzet geven.

Uit een uitleg die ik kreeg, bleek dat 185.000 mensen een pas hebben, en daarmee een interessant fundament vormen voor de keten. Immers komen er zo minstens 370.000 bezoekers per maand binnen en 4.440.000 per jaar (er van uitgaand dat ze minimaal hun pas eruit halen, waarvoor ca. 2 bezoeken nodig zijn). Om over de vaste (abonnementsgeld) en losse (versnaperingen, gasten) opbrengsten nog te zwijgen. Maar, bekeken op het totaal aantal bezoeken in 2019, 38 miljoen, is het een druppel op een hete plaat. Ook in opstelling tegenover bijvoorbeeld de museumjaarkaart (Ca. 1,4 miljoen leden). Het gaat bij de bioscopen echter om slechts één organisatie terwijl Nederland er meerdere telt. Ook gaan veel leden vaker dan de genoemde 2 keer per maand.

Ik bijvoorbeeld ging in het begin veel vaker. Voor mij begon daar dan ook allemaal mee. Om precies te zijn toen ik werkzoekend was. Film kijken deed ik al langer en vaak, en ondanks een beperkt budget was afleiding tussen het zoeken naar werk broodnodig. Toen men bij filmcentrum.nl, indertijd in oprichting, vroeg of ik wat wilde schrijven naar aanleiding van mijn (naar het schijnt) aardige schrijfstijl was de keuze snel gemaakt. Ik was dan ook vaak in de bioscoop te vinden. “Ik ga weer” klonk er regelmatig in huize Hamoen waarop men nog net kon vragen “wat ga je nu weer kijken” en onderweg was ik. Want dat is misschien wel het meest ideale van het kleinood: Ik kon en kan zonder nadenken, mits beschikbare stoelen, binnen een half uur tot soms 5 minuten binnen stappen in een visueel verhaal.

En wat heb ik veel gezien op die manier. Ik begon met Sherlock Holmes (2009) van Guy Ritchie, maar ging verder alle genres en soorten evenementen af. Zo zag ik het waardeloze ATM (2012) in sneakpreview, begreep ik niets van The Box (2009), dreunde een Bollywoodfilm nog dagenlang door mijn hoofd, zat ik een hele dag voorpremières met succes uit en bezocht ik verschillende films meermaals.
Soms belandde ik als pauze van het winkelen bij films als The Muppets (2011), ontdekte ik vrij vroeg Intouchables (ook 2011) en diverse andere arthouse producties zonder ervoor naar het filmhuis te gaan (terwijl ik dat er naast deed).
Ook bezocht ik na een verhuizing steevast een film om thuis te komen alsof ik nooit anders had gedaan (en dat werkte), zat ik naar de bioscoop waar ik in zat te kijken bij Majesteit (2010) (een shot dat ik overigens live had zien opnemen), gierde ik van het lachen om de flauwheid van Date Night (2010) (Nb: onderschat nooit het belang van het juiste publiek), raakte mijn hoofd in de knoop van het geweldige Cloud Atlas (2012), ontdekte ik praatfilms en het werk van Woody Allen.
Maar ik genoot ook een tijd lang op zondagochtend van animatiefilms als Het monster van Parijs (2011), zat ik in ongemakkelijke stoelen te genieten van This must be the place (2011), maakte ik een brandalarm mee vlak voor het einde van De Goede Dood (2012), verdween ik in de ruimte bij de IMAX voorstelling van Interstellar (2014), zat ik ’s ochtends zo vroeg mogelijk bij The Wolfman (2009) om er een recensie over te kunnen schrijven. Tot slot zat ik bij de live-vertoning van het toneelstuk No Man’s Land met Ian McKellen en Patrick Steward (2017) die ik anders waarschijnlijk nooit had gezien, liet ik het vrij nieuwe Dolby Cinema mijn leven bijna veranderen met Star Wars Episode 9 (2019), vloekte ik hardop bij Penoza The Final Chapter (2019) toen een geliefd personage dood ging, bleef ik vertwijfeld achter bij Toy Story 4, liet ik mij bijpraten over vloggers door De Film van Dylan Haegens (2018), zat ik ongemakkelijk te lachen bij The Death of Stalin (2018), zag ik bijna alle films van het Marvel Cinematic Universe (2009-heden) in het groot, lunchte ik met een onherkenbare Gary Oldman in Darkest Hour (2018) en zo kan ik nog lang doorgaan. Wat ik in een volgend artikel ook doe.
Dit is namelijk ook het jaar waarin ik ‘vier’ dat ik 15 jaar alleen de bioscoop bezoek. Kortom:
To be continued, in heden, verleden én toekomst.

 

Met dank aan Ramon van Dam.